Mensen reageren per persoon en per tijdsperiode verschillend op stress, wat komt door psychologische en sociale factoren die de impact van stressoren bepalen. Het gaat hierbij om sociale steun, persoonlijke controle, hardy persoonlijkheid, type A/B gedragspatronen.
Sociale steun
Sociale steun ziet op de ervaren comfort, zorg, waardering of hulp van andere personen of groepen. Mensen met sociale steun voelen zich geliefd, gewaardeerd en deel van een sociaal netwerk.
Vormen van sociale steun
- Emotionele of waarderingssteun: empathie, zorg, bezorgheid, waardering, aanmoediging.
- Tastbare of instrumentele steun: directe hulp bv geld lenen, baan regelen
- Informationele steun: advies, aanwijzingen, suggesties of feedback over hoe de persoon het doet
- Kameraadschappelijke steun (netwerksteun)
Het type steun dat een persoon nodig heeft, hangt af van de omstandigheden.
Wie krijgt van wie sociale steun?
Dit hangt af van:
- Ontvangers van steun: zelf asociaal zijn, niet om hulp vragen, niet assertief genoeg, anderen niet willen belasten e.d.
- Gevers van de steun: niet de mogelijkheden hebben, zelf hulp nodig hebben, ongevoelig voor hulpvraag
- Het sociale netwerk dat de persoon heeft: grootte, samenstelling, intimiteit, frequentie van onderling contact
- De leeftijd van de betrokkenen → met name ouderen ervaren minder steun
Sekse en socioculturele verschillen in het ontvangen van steun
Vrouwen ontvangen minder steun van hun man dan andersom en ze steunen voor steun meer op hun vriendinnen.
VS: zwarten hebben een kleiner sociaal netwerk dan latinos en blanken, en zwarte en latino hebben grotere netwerken dan vrouwen uit dit groepen.
Sociale steun, stress en gezondheid
Uit onderzoek is gebleken dat sociale steun stress kan reduceren. Hoe groter de sociale steun, hoe minder spanning mensen rapporteren in onderzoek. De spanning werd gemeten als cadiovasculaire reactiviteit (bloeddruk, hartslag)
→ maar ontwijkende personen hebben hogere reactiviteit wanneer ze sociale steun ontvangen
Hoe kan sociale sten de gezondheid beïnvloeden?
- Bufferhypothese: sociale steun beïnvloedt door de persoon te beschermen tegen de negatieve effecten van stress. Deze functie werkt alleen of vooral als de persoon onder zeer hoge stress staat. De buffer werkt enerzijds doordat mensen met veel steun een stressor minder bedreigend inschatten, anderzijds doordat de sociale steun de reactie van mensen op een stressor bepaalt nadat ze de situatie hebben beoordeeld, na de primaire beoordeling.
- Direct effect hypothese: sociale steun heeft een direct positief effect op de gezondheid, onafhankelijk van het wel of niet meemaken van stress. Het directe effect werkt doordat menen met veel steun een sterker bewustzijn kunnen hebben van "erbij horen" en eigenwaarde. Het moedigt mensen aan gezond te leven → omdat anderen om hen geven.
![]() |
A. Direct effect hypothese B.Bufferhypothese |
Sociale steun reduceert niet altijd de stress. Soms nemen mensen het als steun waar. Bovendien ervaart niet iedereen sociale steun hetzelfde. Het is hierbij belangrijk dat er 3 dimensies worden onderscheiden:
I. Daadwerkelijke sociale steun: wat wordt er objectief gezien, aan sociale steun, gegeven aan een individu?
II. Waargenomen of subjectieve sociale steun: wat ervaart het individu aan sociale steun?
III. Beschikbare sociale steun (available social support): Wat is er in potentie beschikbaar aan sociale steun?
Huwelijk helpt ook, getrouwde mensen leven langer. Weduwen, gescheiden en nooir getrouwde mensen hebben hogere sterftecijfers. Maar andere onderzoeken suggereren dat niet het huwelijk de cruciale factor:
- Het ligt meer aan persoonlijkheidskarakteristieken
- Beschermende rol van het huwelijk werkt vooral voor mannen en voor vrouwen die vinden dat huwelijkskwaliteit hoog is
- Lagere atherosclerose bij mensen die met iemand samenwonen
Sociale bindingen kunnen ook schade toebrengen aan iemands gezondheid → een slecht voorbeeld geven, ongezond gedrag aanmoedigen of oeverbescherming die revalidatie belemmert.
Een gevoel van persoonlijke controle
Persoonlijke controle: het gevoel dat men beslissingen kan nemen en effectieve actie kan ondernemen om gewenste uitkomsten te produceren en ongewenste uitkomsten te voorkomen. Mensen met sterk gevoel van persoonlijke controle ervaren minder stress.
Typen van controle
- Gedragscontrole: concrete actie kunnen ondernemen om de impact van een stressor te verminderen
- Cognitieve controle: denkprocessen of strategieën kunnen gebruiken om de impact van een stressor te bepalen. Dit is vooral effectief bij het verminderen van stress.
- Beslissingscontrole (decisional control): als je de mogelijkheid hebt om te kunnen kiezen tussen verschillende alternatieven
- Informatiecontrole: door informatie te verzamelen over een potentieel stressvolle situatie kun je jezelf beter voorbereiden op die situatie
Overtuigingen over jezelf en controle
Mensen verschillen in het idee hoeveel controle ze over het eigen leven hebben. Mensen die geloven zelf controle over hun successen en falen hebben, bezitten een interne locus of control. Ze zijn zelf verantwoordelijk. Mensen die geloven dat hun leven wordt gecontroleerd door krachten buiten henzelf hebben een externe locus of control. De I-E schaal wordt gebruikt voor het meten van de graad van internaliteit of externaliteit van iemands geloof over persoonlijke controle.
Een ander belangrijk aspect van persoonlijke controle is ons gevoel van eigen-effectiviteit → het geloof of vertrouwen in je eigen kunnen. Volgens Bandura wordt de mate van eigen effectiviteit bepaald door eerdere ervaringen die mensen hebben gehad met dezelfde of vergelijkbare situaties. Mensen zullen actief handelen in een situatie als men denkt dat het eigen gedrag in die situatie tot het gewenst effect zal leiden en als men denkt dat men het gedrag ook daadwerkelijk kan uitvoeren.
Determinanten en ontwikkeling van persoonlijke controle
Hoe kom je tot een bepaalde conclusie over de persoonlijke controle in je leven?
- Successen en mislukkingen in het leven
- Sociaal leren → andermans gedrag bekijken
Hoe ouder men is, hoe meer extern de locus of control wordt. Ouderen zullen dus eerder professionals de beslissingen over hun gezondheid laten nemen.
Als mensen persoonlijke controle ontberen
Deze mensen voelen zich hopeloos, gevangen en onkundig negatieve uitkomsten te vermijden: apathie. Hierdoor kunnen mensen hun geloof in persoonlijke controle verliezen, niet meer voor doelen gaan en ook geen controle uitoefenen als ze dat wel zouden kunnen. Dit is aangeleerde hulpeloosheid → belangrijk onderdeel van depressie.
Volgens onderzoek leren mensen hulpeloos te zijn, door meerder malen in onbeheersbare situaties te zitten, met een herhaaldelijk falen. Seligman ontdekte later dat blootstelling aan onbeheersbare, negatieve gebeurtenissen niet altijd tot hulpeloosheid, en dat depressieve mensen vaak rapporten "een gevoel van verlies van eigenwaarde". De theorie is nu aangepast, zodanig dat men stelt dat mensen die oncontroleerbare negatieve gebeurtenissen ervaren een cognitief proces toepassen → atrributie.
Mensen maken beoordeling over 3 dimensies van de situatie:
- Internal-external: persoonlijke onkunde of door externe oorzaken buiten je macht om? Indien intern, dan verlies van eigenwaarde.
- Stabiel -instabiel: een langdurige oorzaak of tijdelijk. Indien langdurig dan voelt men zich hulpeloos en depressief.
- Globaal-specifiek: wijdverbreide effecten of alleen op een klein gebied. Indian globaal dan hulpeloos en depressief.
Dus hoog risico voor hulpeloosheid bij een beoordeling van de situatie als: stabiel, globaal en intern.
Pessimistische kijk op het leven: slechte dingen gebeuren door interne, stabiele en globale factoren en goede dingen door externe, instabiele en specifieke factoren.
Persoonlijke controle en gezondheid
Bij groter vertrouwen in de persoonlijke controle zijn mensen waarschijnlijk:
- Beter in het instandhoudend van hun gezondheid en het voorkomen van ziekte
- Eerder aangepast aan de ziekte en sneller gerevalideerd, als ze toch ziek worden.
Meting? Multidimensional Health Locus of Control Scales het meet :
- Interne gezondheidslocus of control: geloof dat iemands gezondheid in de persoon ligt.
- Machtige anderen gezondheidslocus of control: geloof dat iemands gezondheid afhangt van andere mensen bijv artsen
- Toeval locus of control: geloof dat geluk of lot de gezondheid bepaalt.
Gezondheid en persoonlijke control op latere leeftijd
Mensen in verzorgingstehuizen:
- Minder actief en gezond
- Hebben minder verantwoordelijkheid en mogelijkheid hun dagelijks leven te beinvloeden
Onderzoeken tonen aan twee belangrijke conclusies:
I. Persoonlijke controle - zelfs over simpele of kleine gebeurtenissen, kan een krachtig effect op de gezondheid en psychologische conditie van mensen hebben
II. Gezondheidswerkers en onderzoekers moeten de nature van persoonlijke controle die ze introduceren in acht nemen, teven de impact van het verwijderen ervan.
Een geharde (hardy) persoonlijkheid
Hardiness omdat 3 karakteristieken:
- Gevoel van persoonlijke controle
- Gevoel van betrokkenheid (commitment) bij activiteiten/ gebeurtenissen en mensen/vrienden
- Neiging veranderingen te zien als uitdaging i.p.v. bedreiging
Gehardheid, samenhang en veerkracht
Antonovsky beschreef een gevoel van samenhang (sense of coherence) als hebbend invloed op het zicht van mensen op hun wereld als zijnde hanteerbaar, begrijpelijk en betekenisvol. Veerkracht bevat zelfwaardering, persoonlijke controle en optimisme. Bijv kinderen die zich ontwikkelen tot competente en goed aangepaste individuen ondanks dat ze opgegroeid zijn onder extreem moeilijke omstandigheden. De meeste volwassenen hebben redelijk veel veerkracht en gaan door met hun leven na een traumatische ervaring.
Optimisten ervaren moeilijkheden minder stressvol dan pessimisten → betere gezonde gewoontes, betere mentale en fysiologische gezondheid, sneller herstellen dan pessimisten. Veerkracht is deels terug te vinden in het genetisch materiaal en deels in hun levenservaringen of compenserende aspecten in hun leven.
Type A en type B gedragspatronen
Het type A gedragspatroon
I. Competitieve prestatie-orientering
II. Tijdnood
III. Boosheid/vijandigheid
Het type B is gevormd door lage niveaus van competitiegevoel, tijdnood en vijandigheid → gemakkelijker/filosofisch over het leven
Wat is de beste methode voor het gedragspatroon te meten? Gestructueerd interview.
Voordeel: Maat alle 3 type A karakteristiek
Nadelen: tijdrovend en duur
Type A's dodelijke emotie
De boosheid en vijandigheid-component binnen het type A gedrag is het belangrijkst voor het ontwikkelen van een hartkwaal. Te meten met Cook-Medley Hostality Scale.
- Hoge vijandigheid is vooral gelinkt aan hartkwalen als het geuit wordt en als er een cynische of achterdochtig wantrouwen
- Als er ook nog eens andere negatieve emoties bijkomen zoals depressie en gespannenheid dan hebben ze nog meer kans op een hartkwaal
Veroorzaakt vijandigheid hartkwalen?
Omdat het bewijs voor de link vooral correctioneel of quasi-experimenteel is zijn er twee benaderingen:
- Vijandigheid produceert fysieke toestanden, zoals hoge stresshormoonniveaus en hoge bloeddruk. Die kunnen hartkwalen veroorzaken door slijtage van het hart en de bloedvaten.
- De relatie is slechts een correlatie geen causaal verband. Scores op de persoonlijkheidstest relateren ook aan overgewicht en roken e.d. die ook een gevaar voor het hart opleveren.
Het effect van stress op gezondheid
Diathese-stressmodel: de ontvankelijkheid voor een fysieke of psychologische ziekte hangt af van de wisselwerking tussen de aanleg voor de ziekte en de hoeveelheid stress die men ervaart.
![]() |
Diathese-stress model |
- Een directe route, door de veranderingen die stress produceert in het lichamelijke fysiologie
- Een indirecte route, waarin gezondheid wordt beïnvloed door het gedrag