Wat is stress?
Stress bestaat uit 2 componenten: fysiologisch en psychologisch. Deze kun je op drie manieren onderzoeken:
I. Gericht op de omgeving, hierin is stress gezien als een stimulus → stressor.
II. Stress als een respons, gericht op de reactie van mensen op stressoren → strain.
III. Stress als een proces dat stressoren en spanning bevat, maar ook de relatie tussen de persoon en de omgeving. Deze continue interacties en aanpassingen zijn transacties.
Definitie stress → de omstandigheid waarin transacties ertoe leiden dat een persoon discrepanties ervaart tussen de fysiologische en psychologische eisen van een situatie en de mogelijkheden/bronnen van zijn biologische, psychologische en sociale capaciteiten. Deze eisen, discrepantie en bronnen kunnen echt of ingebeeld zijn.
Er zijn vier aspecten van belang:
I. De capaciteiten die men heeft om met moeilijkheden om te gaan
II. De eisen die de omgeving stelt aan die persoon
III. De waargenomen discrepantie tussen de eisen die door de omgeving gesteld worden aan de persoon en de eigen mogelijkheden om daaraan te kunnen voldoen
IV. De transacties met de omgeving. oftewel wat we feitelijk doen/denken in onze interactie met de omgeving.
Gebeurtenissen beoordelen als stressvol
Transacties in een stresssituatie bevatten volgens Lazarus meestal een beoordelingsproces genaamd cognitieve beoordeling (= een mentaal proces waarbij mensen twee factoren beoordelen)
- Of de eis de fysieke of psychologische gezondheid bedreigt
- Beschikbaarheid van bronnen om aan de eis te voldoen.
Primaire beoordeling → de betekenis van de potentieel stressvolle situatie voor ons welbevinden. De conclusie kan zijn dat het irrelevant, goed of stressvol is. Bij stressvolle beoordeling krijgen de omstandigheden een verdere beoordeling in:
- Schade-verlies: de hoeveelheid schade die al is geschied
- Dreiging: de verwachting van toekomstige schade
- Uitdaging: de mogelijkheid om groei, mastery of winst te behalen door meer dan routinebronnen te gebruiken om aan de eis te voldoen.
Veel mensen zijn het gelukkigst als ze met gecompliceerde activiteiten bezig zijn die bevrediging brengen. Daarnaast kan stress optreden terwijl het niet direct aan je is gerelateerd in dit geval is de transactie plaatsvervangend/vicarious (empathie). De omstandigheden rond de gebeurtenis beïnvloeden de mate van stress.
Secundaire beoordeling → refereert aan onze beoordeling van de bronnen die beschikbaar zijn om ermee om te gaan. Hoe grote de discrepantie tussen benodigde en beschikbare bronnen hoe meer stress.
Kan stress ook zonder cognitieve beoordeling ontstaan? Ja dit gebeurt vooral in noodsituaties.
Welke factoren leiden tot stressvolle beoordeling?
Persoonlijke factoren → intellectuele, motivationele en persoonlijkheidskenmerken (mate van zelfwaardering, het belang van het te bereiken doel, de (ir)rationele overtuigingen)
Situatiegebonden stress vind je bijv bij gebeurtenissen die hele hoge eisen stellen en op korte termijn.
Andere stressvolle situaties zijn
- Levensovergangen (life transitions)
- Verkeerd getimed gebeurtenis (difficult timing)
- Ambiguïteit
- De onwenselijkheid van de situatie (low desirability)
- Beheersbaarheid v.d. situatie (low controlability)
Biopsychosociale aspecten van stress
Biologische aspecten van stress
Reactiviteit → de fysiologische mate van respons op een stressor of strain, afgezet tegen een basis, een rustniveau van opwinding. Dit wordt beïnvloed door erfelijke factoren. Mensen met chronische stress vertonen verhoogde reactiviteit en de terugkeer naar de basiswaarde duurt langer.
Fight or flight respons → kan positieve of negatieve effecten hebben, het is positief omdat het je snel op gevaar laat reageren, maar het kan ook schadelijk zijn voor je gezondheid als het lang duurt.
Algemene aanpassingssyndroom
Seyle ontdekte dat bij langdurige stress de fight or flight slechts de eerste is in reeks van reacties die behoren tot het algemene aanpassingssyndroom (GAS). Gas bestaat uit 3 fases:
I. Alarm reactie: ACTH → adrenaline, noradrenaline, cortisol. Aan het einde hiervan is het lichaam volledig klaar voor een sterk verzet tegen de stressor. Zweten, verhoogde hartslag en wvt flauwvallen zijn typerend voor de alarmfase. Bij aanhoudende hoge arousal kan dood erop volgen.
II. Verzet: als een sterkte stressor voortduurt, maar niet ernstig genoeg is om de dood te veroorzaken, komt de fase van verzet. Het lichaam probeert zich aan te passen aan de stressor. De fysiologische opwinding blijft hoger dan normaal en het lichaam vult de hormonen aan die door de bijnieren zijn afgegeven. Men kan hiervan aanpassingskwalen krijgen → maagzweren, hoge bloeddruk, astma, ↓ immuunfunctie.
III. Uitputting: bij ernstige langdurige of herhaalde stress →extreme vermoeidheid, verzwakt immuunsysteem. geen energiereserves, ziekte en schade aan inwendige organen. Evt. dood.
![]() |
Aanpassingssyndroom GAS |
- Mensen die chronisch hoge stress ervaren, tonen hogere reactiviteit bij een stressor.
- Het voortdurende aanpassen van het lichaam aan fluctuaties in de hormonen leiden tot allostatische belasting → veroorzaakt slijtage aan het lichaam en vermindert de mogelijkheid om aan toekomstige stressoren aan te passen.
Volgt op iedere stressor dezelfde fysieke reactie?
Volgens Seyle was GAS niet specifiek, dus op alle stressoren dezelfde reactie. Maar Seyle hield geen rekening met belangrijke psychosociale processen.
- Sommige stressoren wekkken een hevigere emotionele reactie op dan andere. Volgens Masib is er geen bewijs dat een hormoon absoluut non specifiek op alle stressoren reageert. De kans op het loslaten van catecholamines is vooral groot bij zeer emotionele responsen.
- Volgens Frankenhauser patroon van fysiologische opwinding bij stress hangt af van inspanning en distress
- Inspanning met distress: dagelijkse probleempjes, werk → toename nor/adrenaline en cortisol
- Inspanning zonder distress: vrolijk toestand → toename nor/adrenaline, onderdrukking cortisol
- Distress zonder inspanning: hulpeloosheid → toename cortisol (soms ook nor/adrenaline)
- Cognitieve beoordelingsprocessen blijken een rol te spelen in de fysieke reactie op stressoren.
Basis structuur van GAS blijkt geldig maar het beweert ten onrechte dat alle stressoren dezelfde fysiologische reacties teweegbrengt en neemt ten onrechte de rol van psychosociale factoren niet in aanmerking.
Psychosociale aspecten van stress
Cognitie en stress
Hoge stress kan onze aandacht en geheugen en aantasten in + en in - zin. Bijv chronische lawaai →↓ cognitieve functie. Stress kan ook leiden tot verhoogde aandacht voor/ herinneringen aan de stressor door de vrijkomende nor/adrenaline. Verder kan cognitie ook van invloed zijn op stress: als je continu aan denkt, verergert dit de stress.
Emotie en stress
Mensen gebruiken vaak hun emotionele toestand om hun stressgevoel te evalueren. Een aantal emoties die sterk aan stress gerelateerd zijn:
- Angst (fobieën, spanning)
- Verdriet of depressie
- Boosheid
Sociaal gedrag en stress
Door stress kunnen mensen dichter bij elkaar komen maar ook verder van elkaar verwijderd raken op emotioneel vlak. In combinatie met boosheid, komen meer negatieve sociale gedragingen voor.
Geslacht en socioculturele verschillen in stress
Vrouwen ervaren vaak meer stressoren dan mannen. Ook lid zijn van een minderheid of armoede werkt stressverhogend.
Stressbronnen in het leven
Bronnen van stress in de persoon zelf
Ziekte: afhankelijk van de ernst van de ziekte en de leeftijd van de persoon
Conflict → beoordeling van tegenovergestelde motivatiekrachten, hierdoor ontstaat een conflict. Vooral is een conflict stressvol als de keuzes veel aspecten hebben, de motivatie beide kanten op even sterk is en de verkeerde keuze negatieve en permanente gevolgen kan hebben. In geval van een conflict kunnen twee tendenties optreden nl. approach en avoidance. Dit kan 3 verschillende typen conflicten opleveren:
I. Approach/approach → twee aantrekkelijke doelen die onverenigbaar zijn
II. Avoidance/avoidance → twee ongewenste situaties
III. Approach/avoidance → een doel dat voors en tegens heeft.
Bronnen van stress in de familie
Gedrag, behoeften en persoonlijkheid van ieder familielid heeft een impact op de rest en kan stress veroorzaken. Interpersoonlijke conflicten kunnen komen door financiële problemen, onattent gedrag of tegenovergestelde doelen. Drie belangrijke stressbronnen zijn:
I. Gezinsuitbreiding, stressvol vooral voor de moeder, tijdens de zwangerschap en na de geboorte.
II. Scheiding
III. Ziekte, handicap en dood in de familie
Bronnen van stress in de gemeenschap en de maatschappij
Werk en stress
- De eisen van de taak
- De verantwoordelijkheid voor iemands leven
- De fysieke omgeving van het werk
- Ervaren onvoldoende controle
- Slechte interpersoonlijke relaties
- Ervaren van onvoldoende erkenning of vooruitgang
- Verliezen van werk
[Ook pensionering kan stressvol zijn: minder sociale interactie, verlies deel van je identiteit, gemis van macht en invloed, de structuur die het werk gaf, gevoel nuttig te zijn, verlies van deel inkomen]
Omgevingsgerelateerde stress
Lawaai maar nog erger: natuurrampen, nucleaire rampen, milieuvervuiling, terrorisme en alle gevolgen van dien, ook op de langere termijn.
Lawaai maar nog erger: natuurrampen, nucleaire rampen, milieuvervuiling, terrorisme en alle gevolgen van dien, ook op de langere termijn.
Stress meten
Drie benaderingen om stress te meten zijn: fysiologische opwinding, levensgebeurtenissen en alledaagse problemen.
Fysiologische opwinding
Stress produceert fysiologische opwinding die kan worden gemeten → bloeddruk, hartslag, ademhaling of galvanische huidreactie = zweten (GSR). Kunnen gemeten worden door een polygraaf. Catecholamines kunnen worden gemeten door biochemische analyse van hte bloed, urine, speeksel.
Voordelen: metingen zijn direct, objectief, betrouwbaar en makkelijk kwantificeerbaar.
Nadelen: duur, stressvol en o.i.v iemands geslacht, gewicht, activiteit voor of tijdens de meting en consumptie van bijv cafeïne.
Levensgebeurtenissen
Er zijn verschillende schalen met lijsten met levensgebeurtenissen ontworpen om stress te meten en er een numerieke waarde aan toe te kennen. Vb ervan is social readjustment rating scale (SRRS)
Voordelen SRRS: brede verzameling items die mensen ook echt stressvol vinden, waarden zijn nauwkeurig bepaald )grote steekproef), gemakkelijk invulbaar.
Nadelen SRRS: vaagheid en ambiguïteit van de gebeurtenissen, het niet rekening houden met de betekenis van een gebeurtenis voor iemand, geen onderscheid tussen gewenste en ongewenste gebeurtenis.
Andere levensgebeurtenissenschalen: Life Experience Survey. PERI Life Events Scale, Unpleasant Event Schedule.
Dagelijkse problemen
Dagelijkse problemen → onplezierige of potentieel schadelijke gebeurtenissen. Schalen
- Hassle-scale
- Uplifts scale
Kan stress goed voor je zijn?
Reden van de zwakke correlatie met gezondheid is dat stress ook goed voor je kan zijn of neutraal. Iedereen heeft een eigen optimaal opwindingsniveau. Er zijn aanwijzingen dat mensen het slechtst functioneren bij zeer lage en zeer hoge niveaus van stress. Gematigde 'optimale'niveaus van stress leiden tot het beste functioneren van mensen.
Seyle onderscheid distress (beschadigend) en eustress (constructief/winstgevend)
Frankenhausen onderscheiden twee componenten in stress: distress en effort
Lazarus heeft drie stressbeoordeling: schade-verlies, dreiging en uitdaging
Lazarus heeft drie stressbeoordeling: schade-verlies, dreiging en uitdaging
Allen: er is goede en slechte stress