Persoonlijkheid is de verzameling van kenmerken die de persoon heeft of vertoont en die hem of haar van anderen onderscheidt. Het is de manier waarop we ons gedragen, denken, geloven en voelen. Deze kenmerken maken ons uniek.
Een persoonlijkheidstrek is een complex patroon van gedrag, gedachten en emoties die constant blijft over langere tijd, en in verschillende situaties.
De big five theorie stelt dat er vijf verschillende factoren van persoonlijkheidstrekken zijn. Iedereen voldoet in bepaalde mate aan elke factor, en hoe sterk dat per factor het geval, bepaalt onze persoonlijkheid.
The big five:
1. Negatieve emotionaliteit
2. Extraversie
3. Openheid voor nieuwe ervaringen
4. Meegaandheid
5. Nauwgezetheid
Definitie en diagnose van persoonlijkheidsstoornis
Een persoonlijkheidsstoornis is een langdurig patroon van onaangepast gedrag, gedachten en gevoelens. Persoonlijkheidsstoornissen beginnen meestal in de adolescentie, of in de vroege volwassenheid, en houden een groot deel van het leven aan.
DSM-V clusters:
1. Cluster A heet odd or eccentric behaviors and thinking. In deze cluster staan de paranoide persoonlijkheidsstoornis: de schizoide PS en de schizotypische PS. Deze persoonlijkheidsstoornissen hebben kenmerken van schizofrenie maar de patiënten leven niet buiten de werkelijkheid.
2. Cluster B heeft de naam dramatic, erratic and emotional behavours and interpersonal relationships. In deze cluster staan antisociale PS, borderline PS, histrionische PS en narcistische PS. Mensen met een van deze stoornissen zijn manipulatief, vluchtig, onbezorgd in sociale relaties en vatbaar voor impulsief gedrag.
3. Cluster C: anxious and fearful emotions and chronic self-doubt. Hierin staan afhankelijke PS, vermijdende PS en OCPS. Deze mensen hebben een laag zelfbeeld en moeite met sociale relaties.
Odd-eccentric persoonlijkheidsstoornissen
Mensen met een Odd-eccentric PS gedragen zich op een manier die sterk aan schizofrenie doen denken. Veel wetenschappers denken dan ook dat deze stoornis een verzwakte versie is van schizofrenie, of dat mensen met deze stoornis een zeer grote kans hebben om schizofrenie te ontwikkelen. Sommige wetenschappers vinden dat deze stoornis een zeer grote kans hebben om schizofrenie te ontwikkelen. Sommige wetenschappers vinden dat deze stoornis onder schizofrenie zou moeten vallen dan onder persoonlijkheidsstoornissen, juist omdat het een milde versie van schizofrenie lijkt te zijn.
Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis zijn zeer argwanend tegenover anderen. Het belangrijkste kenmerk van deze stoornis is een doordringend en ongerechtvaardigd wantrouwen van anderen. Ze geloven dat andere mensen hen willen uitbuiten en maken zich continu zorgen over de loyaliteit en betrouwbaarheid van anderen. Ze zijn zeer gevoelig voor bewijs dat hun opvattingen bevestigt, maar negeren het bewijs dat tegen hun opvatting in gaat. Sommige paranoïde mensen trekken zich terug om zichzelf te beschermen, maar anderen worden juist heel agressief naar de buitenwereld toe. Tussen de 0,7 en 5,1% van de mensen krijgt in zijn leven de diagnose paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Onderzoeken laten zien dat deze stoornis vaker voorkomt bij mensen met een familielid met schizofrenie. Uit tweelingsstudie blijkt dat de genetische bijdrage van deze stoornis ongeveer 50% is.
Cognitieve psychologen denken dat deze stoornis voortkomt uit het idee dat andere mensen vijandig zijn, in combinatie met een zwak zelfvertrouwen.
Mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis komen vaak alleen bij de therapeut wanneer ze in een crisis zitten. Ook zoeken ze hulp voor symptomen van depressie of angst. Het komt bijna niet voor dat mensen hulp inroepen vanwege de paranoia zelf. In therapie proberen cognitieve psychologen de angst en vijandigheid van de patient te verminderen. Psychoanalytici proberen de patient inzicht te geven in hun toestand, maar dat moet op een zeer voorzichtige manier gebeuren. De therapeut moet kalm en respectvol zijn en alles op eenvoudige wijze uitleggen, om het vertrouwen van een patient te winnen. Hij kan een patient nooit direct wijzen op het feit dat deze paranoïde is, dat moet de therapeut doen d.m.v. vragen. Op deze manier laat hij de patient zelf inzien dat deze dingen op een bepaalde, negatieve manier interpreteert.
Cognitieve therapie focus zich erop dat deze mensen het gevoel krijgen dat zij wel degelijk zelf dingen kunnen doen in moeilijke situaties. Ook leren ze de angst voor anderen verminderen.
Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
Mensen met schizoïde persoonlijkheidsstoornis hebben geen enkele wens om relaties aan te gaan met andere mensen. Ze zien deze relaties als nutteloos en uiten geen enkele vorm van emotie als ze met iemand anders praten. Andere mensen zien iemand met een schizoïde persoonlijkheidsstoornis als afzijdig, teruggetrokken, sloom, ongeïnteresseerd en humorloos.
Schizoïde personen kunnen over het algemeen functioneren in de maatschappij, op plekken waar weinig sociale interactie nodig is. Deze vrij zeldzame stoornis komt vooral bij mannen voor.
Tweelingenonderzoeken suggereren dat sommige persoonlijkheidstrekken die verantwoordelijk zijn voor een schizoïde PS erfelijk zijn.
Cognitieve psychologen beschrijven schizoïde personen als mensen die geen emoties kunnen tonen. Behandeling bestaat uit patiënten meer emoties laten voelen en sociale vaardigheden verbeteren. Soms wordt er ook groepstherapie gegeven.
Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
De schizotypische persoonlijkheidsstoornis lijkt behoorlijk veel op schizoïde persoonlijkheid. Deze stoornissen hebben dezelfde symptomen, met het verschil dat mensen met een schizotypische PS ook last hebben van vreemde denkwijzen. De symptomen van een schizotypische PS lijken erg op de symptomen van schizofrenie, maar dan zijn ze wat minder ernstig.
1. Paranoia
2. Ideeën van referentie: ze geloven dat willekeurige gebeurtenissen aan hen gerelateerd zijn.
3. Vreemde overtuigingen en magisch denken: ze kunnen bijv geloven dat anderen hun gedachten kunnen lezen.
4. Illusies: een soort hallucinaties
Mensen met deze stoornis springen vaak van de hak op de tak en spreken veel uitgebreid. Als anderen iets zeggen, kunnen ze sociaal ongewenste emoties tonen of zelfs helemaal geen emotionele reactie hebben.
Het gedrag van deze mensen is vaak vreemd.
Neuropsychologisch onderzoek heeft aangetoond dat mensen met deze stoornis een kleiner werkgeheugen hebben. hierdoor kunnen zij minder goed hun aandacht houden op cognitieve taken en hebben ze een minder goed geheugen.
De biologische achtergrond is in grote lijnen hetzelfde als bij mensen met schizofrenie. Een andere overeenkomst met schizofrenie is dat schizotypische mensen dezelfde afwijkingen in aandacht vertonen. Schizotypische persoonlijkheidsstoornissen worden vaak behandeld met dezelfde medicijnen als schizofrenie.
Als therapeutische behandeling wordt er soms psychotherpie toegepast. Daarbij gaat het erom dat mensen goede sociale vaardigheden krijgen. Met cognitieve therapie wordt geprobeerd de denkwijze van schizotypische mensen aan te passen.
'Dramatic-emotional' persoonlijkheidsstoornissen
Mensen met stoornissen uit cluster B hebben met elkaar gemeen dat ze vaak dramatisch of impulsief gedrag vertonen. Ze letten vaak niet op de veiligheid van zichzelf of anderen.
Borderline persoonlijkheidsstoornis
De kenmerken van een borderline PS zijn instabiliteit van stemming, van zelfbeeld en van interpersoonlijke relaties. Iemand kan bijv ineens zeer onzeker of angstig worden. Mensen met borderline kunnen het ene moment idolaat van iemand zijn en het andere moment dezelfde persoon haten. Deze mensen zijn bijna altijd paranoide om verlaten te worden en als ze verlaten worden reageren ze daar extreem op.
Vaak beschrijven mensen een leegheid die ze willen opvullen met het dichtbij houden van nieuwe bekenden. Ze 'plakken' zich vast aan mensen. Deze stoornis komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.
Borderline PS is een zeer complexe stoornis. Een resultaat daarvan is dat veel mensen met borderline veel overeenkomsten in symptomen vertonen met andere PS. Mensen met borderline hebben over het algemeen ook een andere psychische stoornis, bijvoorbeeld een depressie, een angststoornis, middelenmisbruik of een somatisatie stoornis. Vaak vertonen ze impulsief en zelfbeschadigend gedrag.
75% v.d. mensen met borderline doet een zelfmoordpoging, 10% slaagt hierin. Het risico op zelfmoord is het grootst in de 1ste 2 jaar nadat de diagnose gesteld is.
Het is niet duidelijk of er een genetische achtergrond is voor borderline. Mensen met borderline zijn meestal impulsief en hebben lage serotonine gehaltes.
Er wordt gedacht dat bij mensen met borderline PS sprake is van een fout in de emotieregulatie. Dit zou dan een fysiologische fout zijn. Daardoor krijgen mensen extreme emoties, die zorgen voor impulsieve gedragingen. Deze emoties worden vaak door andere bekritiseerd, maar dat helpt de regulering niet. Het probleem wordt hierdoor vaak juist erger.
Mensen met deze stoornis hebben in moeilijke situaties hulp nodig van anderen, maar durven die hulp vaak niet te vragen. In lastige situaties hebben ze vaak meer stress dan andere mensen.
Psychoanalytici denken dat mensen met een borderline PS een onderontwikkeld beeld van zichzelf en van anderen hebben. Als ouders afhankelijkheid van het kind eisen, wordt een kind zeer ontvankelijk voor wat anderen over hem denken en zal het geen goed zelfbeeld ontwikkelen. Als deze mensen denken dat ze door anderen verworpen worden, verworpen ze zichzelf door aan zelf beschadiging te doen. Mensen met borderline hebben de neiging om mensen als heel erg goed of heel erg slecht te zien, dus in extremen. Dit wordt splitting genoemd.
Er is een therapie ontwikkeld, de dialectical behavior therapy, waarbij gebruik gemaakt wordt van technieken uit de cognitieve gedragstherapie en van interpersoonlijke en psychodynamische technieken. De focus ligt op het helpen ontwikkelen van een realistischer en positiever zelfbeeld en vaardigheden om problemen op te lossen en emoties te reguleren en zwart-wit denken te corrigeren. Mensen krijgen een mogelijke stressvolle situaties voorgelegd en leren daar een oplossing voor te vinden. Dit zorgt ervoor dat zij minder impulsief worden in zo'n stressvolle situatie, omdat ze weten wat ze kunnen doen. De therapie lijkt effectief te zijn.
Bij psychodynamische behandelingen gaat het erom de patiënten te doen inzien dat hun stoornis ligt aan de manier waarop ze opgevoed zijn. Transference-focused therapie gebruikt de relatie tussen de patient en de therapeut om de patient te helpen een realistischer en beter begrip van zichzelf en zijn of haar interpersoonlijke relaties te krijgen. Mentalization-based therapy is gebaseerd op de theorie dat mensen met een borderline PS problemen hebben met het begrijpen van de mentale staten van zichzelf en van anderen door traumatische ervaringen in de kindertijd en een slechte hechtingen met hun verzorger.
Cognitieve therapieën focussen erop hun cliënten een beter zelfbeeld te geven. Deze therapieën proberen ook splitting te elimineren.
Medicijnen richten zich erop om de angst en depressieve symptomen te verminderen. Bij mensen die psychotisch zijn, worden ook anti psychotische drugs gebruikt. Daarvan zijn de resultaten twijfelachtig te noemen.
Histrionische persoonlijkheidsstoornis
De kenmerken van de histrionische PS lijken op die van borderline, alleen willen mensen met deze stoornis vooral in het centrum van de aandacht staan. Dat doen ze door bijv zeer dramatisch of verleidelijk te zijn. Ook laten ze graag de positieve kwaliteiten van hun lichaam zien. Vaak komt in de familie van deze mensen iemand voor met een andere psychische stoornis.
De diagnose komt het meest bij vrouwen voor die geen partner meer hebben.
Mensen met deze stoornis overdrijven problemen heel erg, en ze hebben gemiddeld genomen meer doktersbezoeken per jaar dan een gemiddelde andere persoon. Als je psychische hup zoeken is het meestal niet voor hun persoonlijkheidsstoornis, maar voor angst of depressie.
Psychoanalytici geven inzicht in de problemen en cognitieve psychologen proberen de aannames van de patiënten te veranderen. Er wordt hen aangeleerd om op een sociaal gewenste manier hun emoties te uiten.
Narcistische persoonlijkheid
De narcistische PS lijkt veel op de histrionische persoonlijkheidsstoornis, alleen kijken mensen met de laatste stoornis naar anderen voor bevestiging, terwijl narcisten alleen naar zichzelf kijken. Ze zien afhankelijkheid als iets slechts en gevaarlijks en zien zichzelf als groots en machtig. In de westerse maatschappij kunnen deze mensen vaak heel succesvol worden. Als de stoornis echter zeer ernstig is, kunnen ze problemen krijgen omdat ze verkeerde keuzes maken.
Mensen met deze stoornis gedragen zich op een dramatische manier, zoeken naar aandacht van anderen en laten weinig emoties zien. Ze zien anderen als zwak en zichzelf als belangrijk. Ze denken dat ze zelf beter zijn dat de rest v.d. wereld. In relatties verwachten ze dingen van mensen die anderen niet kunnen waarmaken. Zelf negeren ze wensen van anderen. Vaak zijn deze mensen arrogant en willen ze macht.
Sigmund Freud dacht dat narcisme een fase was waar elke kind doorheen komt. Het problemen bij narcistische persoonlijkheden is volgens hem dat ze zijn blijven steken in die fase. Dat kan zijn doordat ze de fase te fijn of vervelend vonden. Andere theoretici zeiden dat narcisme voorkomt uit eenzaamheid, doordat men verstoten is. Aanhangers van de sociale leertheorie denken dat ouders van narcistische mensen het kind hoog inschatten. Het kind kan niet aan de verwachtingen voldoen, maar blijft zich toch superieur voelen aan anderen. Mensen met een narcistische PS hebben vaak een verleden van fysiek misbruik en verwaarlozing en hadden vaak een ouder die misbruikt werd of die een mentaal gezondheidsprobleem had.
Mensen met deze stoornis zoeken over het algemeen geen hulp. Als ze hulp zoeken is dat meestal voor een andere stoornis. Ze zien problemen als zwakheid en als problemen van anderen. Deze mensen zijn zeer moeilijk te behandelen, omdat ze de kritiek die ze te verwerken krijgen moeilijk kunnen verduren. Cognitieve therapie laat ze een realistisch beeld vormen van wat ze daadwerkelijk kunnen. Ook leren ze gevoeliger met anderen om te gaan.
'Anxious-fearful' persoonlijkheidsstoornissen
Stoornissen uit cluster C hebben het kenmerk dat mensen die hieraan lijden allemaale en chronische angst hebben en gedrag vertonen om de dingen die ze vrezen te ontwijken.
Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een vermijdende PS zijn zeer bang om bekritiseerd te worden. Daarom gaan ze mensen zoveel mogelijk uit de weg. Mensen met deze stoornis hebben het gevoel dat ze niets kunnen. Het verschil tussen deze stoornis en een sociale fobie is dat mensen met een sociale fobie meestal bang zijn voor specifieke situaties, terwijl mensen met een vermijdende PS bang zijn voor mensen in het algemeen. Het verschil met een schizoïde PS is dat schizoïde mensen zichzelf niet als incompetent zien.
Het zou zo kunnen zijn dat mensen een temperament van hun ouders overerven, waardoor ze een grotere kans hebben op deze stoornis. Als ouders vaak op hun kinderen reageren met frustratie en kwaadheid, kunnen kinderen zeer gevoelig worden voor kritiek, vooral als ze hier al een biologische achtergrond voor hebben. Vaak durven mensen positieve feedback niet te geloven, omdat ze bang zijn dat de ander het alleen maar zegt om aardig te doen.
Behandelingen voor deze stoornis zijn meestal gericht op het aanleren van sociale vaardigheden, en het veranderen van negatieve gedachten over de patient zelf en over anderen. Soms worden SSRI's gebruikt om sociale angst te verminderen.
Afhankelijkheid persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een afhankelijke PS zijn ook angstig in interpersoonlijke relaties, maar deze angst wordt veroorzaakt doordat ze bang zijn om verlaten te worden. De angst komt door de behoefte om verzorgd te worden door anderen en een verlangen om geliefd te worden. Deze mensen willen altijd iemand om zich heen hebben die voor ze kan zorgen. Ze zijn bang om anderen tegen de borst te stoten en willen koste wat kost een ander behagen, wat de eis ook mag zijn.
Deze mensen kunnen moeilijk beslissing maken voor zichzelf, ze doen alleen maar dingen om een ander te behagen.
Kinderen die bang zijn voor een chronische ziekte of om verlaten te worden door hun ouders, kunnen deze stoornis ontwikkelen. De cognitieve theorie stelt dat negatieve gedachten, waarin mensen zichzelf onderuit halen, de aanleiding zijn voor deze stoornis.
I.t.t. andere PS zoeken mensen met deze stoornis vaak hulp. Psychodynamische therapie laat de patient inzien wat zijn ervaringen met zorggevers waren die geleid hebben tot hun afhankelijke gedrag.
Cognitieve gedragstherapie zorgt dat mensen assertiever worden en zorgt dat angst verminderd wordt. Het laat patiënten inzien dat ze niet zo afhankelijk van anderen zijn als ze zelf denken. Er worden ook technieken aangeleerd om te ontspannen in een angstige situatie en ze leren beslissingen voor zichzelf te maken.
Obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een obsessief-compulsieve PS zijn zeer rigide en dogmatisch en kunnen hun emoties niet uiten. Zij hebben extreem veel zelfbeheersing, aandacht voor detail en missen vaak spontaniteit. Vaak werken ze veel en nemen geen tijd voor leuke activiteiten. Anderen zien deze mensen als koppig, gierig, bezittelijk en moralistisch.
Mensen met deze stoornis zijn erg gericht op efficientie, maar door hun perfectionisme krijgen ze vaak niet veel gedaan. Ze denken vaak dat ze geen fouten mogen maken.
Deze stoornis komt vaker bij mannen voor. Mensen met deze stoornis hebben een grotere kans op een depressie, eetstoornis of een angststoornis.
Het verschil met OCS is dat de PS meer algemeen is, terwijl OCD meer specifiek is.
Mensen zoeken vaak therapie omdat ze in een crisis zitten. Deze crisis moet eerst worden overwonnen voordat er aan de daadwerkelijke therapie begonnen kan worden. Hierin leren ze het obsessieve gedrag verminderen en hun dagelijkse schema's te veranderen of door de war te gooien. de patient leer zich ontspannen en moet zijn automatische, negatieve gedachten opschrijven om daar inzicht in te krijgen.