Waarnemen en interpreteren van symptomen
Waarnemen van symptomen
Het waarnemen van symptomen is moeilijker dan lijkt: we schatten onze interne fysieke ssensaties niet accuraat in en externe symptomen nemen ook moeilijk waar.
I. Individuele verschillen
Waarom melden sommige mensen meer symptomen dan anderen?
- Ze hebben meer symptomen
- Ze tolereren minder pijn dan anderen zonder er iets tegen te doen
- Sommige hebben meer aandacht voor hun interne toestand, maar de perceptie van de symptomen is niet accuraat.
II. Concurrerende stimuli in de omgeving
De mate waarin aandacht wordt besteed aan interne symptomen is mede afhankelijke van de afleidende stimuli in de omgeving. Mensen met saaie banen of die alleenstaand zijn, rapporteren meer symptomen en gebruiken meer aspirine en slaappillen dan mensen met interessante banen of die met anderen samenleven.
III. Psychosociale invloeden
Rol van cognitite bij perceptie van symptomen:
- Vermindering van pin als gevolg van gebruik van een placebo
- Nocebo-effect → bijwerking bij medicijngebruik die niet door de medicijnen kunnen komen
- Overtuigingen → mensen die zich zorgen maken over iets, rapporteren meer symptomen die daarmee te maken hebben
De cognitieve, emotionele en sociale factoren is duidelijk in gevallen als medical student disease en massapsychose. Reden van deze fenomenen:
- Mensen hebben al negatieve emoties → spanning, interpersoonlijke conflicten of hoge werkdruk
- Symptomen betreffen vage algemene klachten → hoofdpijn, duizeligheid die van zichzelf al erg subjectief zijn.
- Verwachtingen en andere cognitieve factoren overdrijven de sensaties, belangrijker dan ze zijn.
- Modeling van de symptomen
Interpreteren en reageren op symptomen
Eerdere ervaringen beïnvloeden de manier waarop mensen symptomen interpreteren en erop reageren. De kennis door eerdere ervaringen helpt meestal de juiste keuze te maken in geval van ziekte/verwonding. Maar dit kan ook averechts werken, zoals ouderen die moeheid en zwakheid zien als een ouderdomsverschijnsel ipv een mogelijke ziekte.
Gezond-verstand model (commonsense model): een cognitieve representatie → uit directe ervaring en de dingen die we lezen en horen, ontwikkelen we ideeën en verwachtingen over ziekten die wel of niet juist kunnen zijn. Het model bevat 4 componenten van hoe mensen denken over ziekte:
I. De ziekte → naam en symptomen
II. Oorzaken en onderliggende pathologie
III. Tijdslijn → hoe lang het duurt voordat de ziekte begint en weer eindigt.
IV. Gevolgen → ernst, effecten en resultaten van de ziekte
! Mensen gebruiken prevalentie van een ziekte om de ernst te beoordelen → zeldzame ziektes worden als ernstig gezien.
Lekenvewijzingsysteem: niet-medisch geschoolden (vrienden, familie etc) leveren informatie en interpretaties over de symptomen. Deze kunnen helpen symptomen te interpreteren, adviseren medische hulp te zieken, remedies opperen, adviseren een andere leek te raadplegen. Leken kunnen goed advies geven, maar ook de zaak erger maken dan die al was.
Gebruik en misbruik van gezondheidszorg
Meeste redenen voor contact met arts zijn:
- Acute ziekten: griep, verkoudheid, botbreuken, verzwikking, verrekking, wonden, ontstekingen
- Chronische ziekten: hypertensie, hartziekten, astma, diabetes, artritis, orthopedische problemen
Wie maakt gebruik van gezondheidszorg?
Leeftijd en geslacht
Veel contacten met artsen: jonge kinderen (controles, vaccinatie, kinderziekte), ouderen (chronische ziekten)
Vanaf de adolescentie gebruiken vrouwen meer dan mannen de medische voorzieningen, ook als zwangerschap/geboorten niet meegeteld worden. Reden?
- Vrouwen worden vaker zieker dan mannen, vaker acute ziekten en niet fatale chronische ziekten
- Mannen willen symptomen minder snel toegeven en hulp zoeken → invloed van het sekse-rollen patroon in het sociale leven.
Socioculturele factoren in gebruik van de gezondheidszorg
- Hoe hoger het inkomen, hoe meer doktersbezoek
- Zwarte amerikanen en arme mensen gebruiken vaker de 1ste hulp
Andere redenen voor minder zorggebruik door lage-inkomensgroepen:
- Kosten van de zorg
-Gebrek aan kennis over preventie en slechte toegang tot medische hulp
- Lagere klassen zien zichzelf als minder vatbaar voor ziekte. zoeken geen preventieve zorg
- Lagere klassen/minderheden hebben minder vaste zorgverleners
- Men voelt zich minder welkom en heeft vertrouwen in gezondheidszorg
- Voor immigranten kan taal een barrière zijn
Waarom gebruiken mensen gezondheidszorg wel of niet of stellen gebruik uit?
Ideeën, overtuigingen en zorggebruik
Iatrogene aandoening = aandoening door een fout van de arts of omdat er sprake is van een bijwerking of risico van het medicijn of de behandeling. Patiënten ontwikkelen soms gezondheid problemen als het resultaat van een behandeling.
Redenen om geen hulp te zoeken zijn wantrouwen in de gezondheiszorg en vress van mindergeden discriminatie/wreedheden (bv. zwarten in VS geen behandeling voor syphillis gekregen om naar gevolgen te kijken)
The health belief model en medische zorg zoeken
Symptomen zetten beslissingsproces in werking
- Beoordelen van de waargenomen dreiging van de symptomen gebeurt obv 3 factoren, een daatvan zijn de cues to action → symptomen zelf, advies vanuit sociale netwerk, info vanuit media.
De twee andere factoren "ervaren vatbaarheid" en "ernst" hebben invloed op de zorg die "cues"oproepen → de dreiging wordt groter gevoeld als de vatbaarheid en de ernvaren ernst toeneemt.
- Afwegen voordelen van een behandeling tegen barrieres voor behandeling.
Social en emotionele factoren en medische zorg zoeken
Vermijding van gebruik van gezondheidszorg ontstaat mogelijke als gevolg van:
Emotionele factoren:
- bestaande ernstige depressie: geen hulp zoeken uit energiegebrek
- Angst voor symptomen is zo groot dat men snel naar arts gaat of niet naar arts durft
- Angst voor fysieke pijn
- Schaamte voor problemen, of schaamte voor als het niets blijkt te zijn
Sociale factoren:
- Mannen zien medische hulp vaak als een teken van zwakte
- Sociale trigger om hulp te zoeken: sancties (iemand staat erop dat hulp gezocht wordt)
- Lekenverwijzing
Fasen in het uitstellen van zorg zoeken
Behandelingsvetraging
I. Beoordelingsvertraging (appraisal delay) → tijd die nodig is om symptomen als teken van ziekte te interpreteren. Het sensorisch waarnemen van de symptomen heeft de grootste invloed op de vertraging.
II. Ziektevertraging (illness delay) → tijd tussen herkennen van de ziekte en beslissen om medische hulp te zoeken. Gedachten over de symptomen hebben de grootste invloed op de vertraging.
III. Gebruiksuitstel (utilization delay) → tijd tussen beslissen om hulp te zoeken en het daadwerkelijk te doen. Van belang zijn percepties van voordelen en barrières.
Complementair of alternatieve gezondheidszorg gebruiken (CAM
Complementair: aanvullen op de regulier behandelingen
Alternatief: ipv reguliere behandeling
Vijf typen:
- Manipulatieve en lichaamsgebaseerde methoden → massage, chiropraktiek
- Biologisch gebaseerde methoden: kruiden en voedselsupplementen
- Geest-lichaamsinterventies: progressieve spierontspanning en meditatie
- Energietherapie: energievelden in en rond het lichaam
- Alternatieve medische systemen: homeopathie, chinese geneeskunde.
Gebruikers? Mensen die het uit regliegeuze en culturele achtergronden meegekregen hebben, goed opgeleide mensen met problematische symptomen die door de reguliere geneeskunde niet werden verlicht. 1/3 van volwassenen in US gebruikt CAM → mindbody en biologisch.
Chiropractica en diepweefselmassage is erg succesvol bij rugpijn. Verder leidde het gebruik van een dergelijke methode tot betere resultaten van regulieren medische behandelingen.
Problematische gebruik van gezondheidszorg
- Hypochondrie → excessief zorgelijk over eigen gezondheid, veel aandacht schenken aan lichamelijke gewaarwordingen, frequente ongefundeerde medische klachten, overtuiging ziek te zijn ondanks geruststelling door arts. Het is een psychiatrische afwijkingen zodra het langer dan 6 maande duurt en gespaard gaat met emotionele stress of functionele beperkingen.
- Verband hypochondrie en neuroticisme: hoge graad van zelfbewustzijn en kwetsbaar voor stress spanning, vijandigheid en depressie. Hoe hoger het neuroticisme des te meer somatische klachten. Psychotherapie met cognitieve en gedragsmethoden kan hypochondrie aanmerkelijk doen afnemen.
- Gezondheidsproblemen die de medische wetenschap nog niet kan bevestigen zoals chronische vermoeidheidssyndroom (CVS) → minimaal 6 maande ernstige onverklaarbare vermoeidheid en evt keelpijn en hoofdpijn. Diagnose door andere ziektes weg te strepen, geen verband met psychische aandoeningen.
Patient en zorgverlener relatie
Negatieve ervaringen met artsen betreffen met name zaken als gehaastheid, ongevoeligheid, gebrek aan respons, geen uitleg over probleem of behandeling geven, patient niet bij planning van de behandeling betrekken. Als er sprake is van een verschillende culturele achtergrond, nemen die problemen toe.
Voorkeuren van de patient in betrokkenheid bij de medische zorg
Bij iedereen wil iets weten over de ziekte en hoe de behandeling zal verlopen, maar sommige mensen willen meer details en betrokkenheid bij beslissingen. Mensen met een ernstige aandoening willen veel informatie en betrokkenheid.
- Vrouwen, jongeren en blanken willen meer informatie en zeggenschap dan mannen, ouderen en zwarte n of latinos (VS)
- De gewenste betrokkenheid krijgen verhoogt de aanpassing aan en de tevredenheid met de behandeling
- Mensen die actief participeren passen zich beter aan hun herstelperiode en genezen sneller
De zorgverleners verschillen ook in de mate waarin ze hun autoriteit willen delen. Een mismatch heeft als gevolg:
- Patiënten ervaren meer stress tijdens onprettige medische procedures
- Patiënten zullen het doktersadvies minder goed opvolgen
- Wisseling van dokters
Het gedrag en de stijl van de zorgverlener
Byrne & Long benoemen 2 stijlen van interactie van de arts naar patient toe:
- Artsgericht → korte, gesloten vragen, concentratie op eerste genoemde probleem, negeren van pogingen om andere symptomen onder de aandacht te brengen
- Patientgericht → open vragen, vermijden van medische jargon, cliënten laten participeren in de beslissing. Vooral de stijl van vrouwen.
Reden voor het gebruik van vakjargon → gewoonte, patronizing, statusverhoging en omwille van de client (die hoeft niet precies te weten wat de ziekte of behandeling inhoudt) of de medische staf. Belangrijke factoren die de interactie tussen patiënten en arts zijn:
- Arts is competent
- Gevoelig, warmte, zorgzaamheid in het gedrag
Het gedrag en de stijl van de patient
Dokters raken van streek door patiënten die:
- de voorgeschreven behandeling niet opvolgen
- te lang wachten om naar de dokter te gaan
- onnodige lab/medicatie/behandeling eisen
- iets onwaars geattesteerd willen hebben
- seksuele avances maken
Patiënten kunnen door hun gedrag de communicatie bemoeilijken. Zeer neurotische mensen kunnen door teveel zorg over de symptomen te hebben juist minder geloofwaardig lijken. Soms beschrijft men de symptomen onduidelijk of op een misleidende manier. Reden voor onduidelijkheid:
- Individuele verschillen in waarneming en interpretatie van de symptomen
- Individuele gezondverstandmodellen van ziekte: de patient beschrijft wat volgens hem belangrijk is
- Het benadrukken of minimaliseren van een symptoom dat mogelijk ernstige is
- Patient is erg jong of immigrant waardoor een goede beschrijving moeilijk is
Verbetering communicatie tussen arts en patient door training van interviewtechnieken van de arts en patiënten in de wachtkamer vragenlijsten in te laten vullen.
Therapietrouw
Adherence, compliance → de mate waarin patienten het gedrag en de behandeling en de behandeling die de zorgverlener aanbeveelt, naleven.
Omvang van het probleem van niet-naleving
Niet-naleven kan op allerhande manieren en is moeilijk te meten. Gebruikte methoden:
- zorgverlener vragen
- patient vragen → vaak overrapporteren
Aan te vullen met:
- rapportages van familie en verplegend personeel
- tellen van pillen/ hoeveelheden
- een dispenser die medicijnafgifte registeert
- biochemische test
Conclusie therapietrouw:
- c.a. 40% volgt het advies niet (goed) op. Het hangt af van: soort advies, duur van het regime, doel preventie of genezing
- 67% gebruikt de medicijnen als voorgeschreven voor korte acute ziekte, 50-55% voor chronische ziekte
- de dagen voor en na artsbezoek is de naleving groter
- adviezen voor leefstijlveranderingen vaak erg weinig nageleefd
(Dit kan overschat zijn, want het is gebaseerd op vrijwillige deelnemers aan onderzoek, en de mate van (niet) naleving is niet gemeten)
Waarom patiënten wel en of niet medische adviezen naleven
Medische leefregels en ziektekarakteristieken
Medische leefregels kunnen op veel aspecten verschillen:
- Veranderen van oude gewoonten
- Complexiteit → hoe complexer, hoe slechter de naleving
- Duur → therapietrouw neemt op termijn an
- Kosten en neveneffecten
Leeftijd, sekse en socioculturele factoren
- Problemen in adviesopvolging is groter voor jonge (kind)kankerpatienten
- Onder diabetici → adolescenten leven het regime minder goed na dan kinderen
- Artritis → ouderen maken minder fouten dan middelbaren
Adolescenten willen niet opvallen in hun groep, en ouderen kunnen vergeetachtig zijn. Socioculturele en sekseverschillen beinvloeden naleving afhankelijk van de omstandigheden. B. gewichtscontrole bij vrouwen interfereert met bloedsuiker-controle medicatie. Ook kunnen bepaalde religieuze overtuigingen naleving bemoeilijken en laagopgeleiden en minderheid leven ook slecht na.
Psychosociale aspecten van de patient
- Waargenomen ernst en waargenomen kosten en nadelen van ziekte (health belief model)
Rationele niet naleving:
- niet geloven dat het medicijn helpt
- de bijwerkingen zijn onprettig of de kwaliteit van het leven wordt verminderd
- men weet niet hoeveel en wanneer de medicatie moet worden ingenomen
- men kan de vervolgreeks niet betalen
- men wil weten of de ziekte al weg is als men stopt met de behandeling
Andere psychosociale factoren:
- Eigen-effectiviteit → denken het regime te kunnen naleven
- Sociale steun → vooral tastbare en instrumentele hulp van familie helpt bij de naleving
Patient - zorgverlener interacties
Communicatie met patienten
Een medicus moet volstrekt duidelijk zijn in de instructies en ook ongesteld vragen beantwoorden. Dat bevordert de juiste naleving. Medicijngebruik → vaak door de apotheek ook instructie gegeven.
Goede communicatie kost tijd en gebeurt vaker bij de patiëntgerichte stijl. Gemiddelde doktersbezoek is 20min > 10% besteed aan info geven.
Naleving en de patient - zorgverlener relatie
Hoe beter de relatie tussen patient en arts, hoe beter de patient de adviezen naleeft
Verhoging naleving door de patient
Niet-naleving en gezondheidsresultaten
Door het niet opvolgen van adviezen verhogen mensen het risico op het ontwikkelen van gzondheidsproblemen die ze nog niets hebben of op verslechtering van de bestaande ziekte. Ongeveer 20% van de ziekenhuisopnamen zijn het gevold van niet-naleving.
Ong 20% van de ziekenhuisopnamen zijn het gevolg van niet naleving.
Het niet opvolgen van adviezen is niet in alle gevallen schadelijk:
- Effect is groter als het om een ernstige en chronische ziekte gaan
- Soms is het onnodig voorgeschreven medicatie zonder medisch doel
Communicatievaardigheden artsen verbeteren
Artsen geven pas goed uitleg nadat ze hebben geconstateerd dat de patient het advies niet naleeft. Eigenlijk moeten ze het vooraf doen, en vooral veel informatie geven
Psychosociale factoren in patiënten verbeteren
Kortetermijnregimes → mensen laten beloven dat ze zullen meewerken
Langetermijnregimes en leefstijlveranderingen → vooral sociale steun is belangrijk.
(Ook motivationeel interview kan helpen)
Gedragsmethoden: het regime op maat maken, zorgen voor herinneringen/cues, zeefmonitoren, gedragsovereenkomsten. De patient heeft daarmee invloed op het regime. Veel van dit soort nalevingsprogramma's zijn niet erg effectief en nieuwe methoden zijn nodig.