Josef Breuer en Bertha Pappenheim
Breur en Pappenheim bedachten samen de "cathartic method" als behandeling. In die methode hyponotiseerde Breuer Pappenheim en vroeg hij haar om terug te gaan naar de eerste keer dat ze een fysieke sensatie (zoals haar symptomen) had ervaren. Het hypnotiseren maakte het makkelijker om vergeten herinneringen terug te halen. Door de vergeten herinneringen terug te halen, kan ze de onderdrukte emotie ook loslaten. Zo konden de symptomen verdwijnen.
Inspiratie voor Freud en het ontstaan van de psychoanalyse
Sigmund Freud bevriend met Breuer, herinnerde zich jaren later de methode en probeerde deze uit. Hij kwam erachter dat het beter werkt dan directe hypnose. Samen mer Breuer schreef hij het boek "Studies on hysteria" dat het startpunt voor het nieuwe veld van Freud werd. Dit veld noemde hij psychoanalyse. De psychoanalyse speelde een belangrijke rol in de geschiedenis v.d. Mental en child guidance clinics. In het boek werden verschillende casussen beschreven en werd de algemene hypothese gestald dat patiënten met hysterie onder hun herinneringen leden. het ging dan niet op normale herinneringen, maar herinneringen over emotie geladen ervaringen die in het onbewuste opgeslagen waren, waardoor ze ziekte veroorzaakten. Zonder toegang tot het normale bewustzijn, kan de emotionele energie die met de pathogene ideeën gespaard gaat niet op normale wijze uitgedrukt en losgelaten worden. De stimulus die normaal de herinneringen opwekte, wed nu gebruikt om de beknelde emotionele energie te activeren, waardoor er hysterische symptomen geproduceerd werden. De hysterische symptomen werden conversies genoemd. Met hypnose kunnen mensen weer bewust toegang krijgen tot de pathogenese ideeën, waardoor de normale uitdrukking van hun bekneld energie kan plaatsvinden. Zo wordt de oorzaak v.d. symptomen aangepakt. Een minpunt is dat de cathartic method alleen toepasbaar is bij mensen die diep gehypnotiseerd kunnen worden.
Sigmund Freud
Freud groeide op als oudste kind in zijn gezin, maar wel met halfbroers die even oud waren als zijn moeder en een neefje die ouder was dan hij. Door deze ongewone familiesamenstelling zou Freud wel een gevoelig kunnen zijn geworden voor familierelaties. Later legt hij namelijk de nadruk in zijn theorieën daarop.
De invloed van Franz Brentano
Toen Freud aan de universiteit van Wenen ging studeren, leerde hij de filosoof Brentano kennen, die zijn inspiratie werd. In 1874 had Brentano een boek gepubliceerd, Psychology from an Empirical Standpoint. In zijn boek benadrukte hij de act psychologie, waarin hij de essentiële aard v.d. onderwerpen binnen de psychologie en die binnen de fysieke wetenschappen tegenover elkaar zette. De fysieke wetenschappen bestudeerden objecten, terwijl voor Brentano de basiseenheden van psychologie analyses eerder acties waren, die altijd naar de inhoud van een object verwezen. Bijv, waar de basiseenheid van fysieke analyse waarschijnlijke een atoom is, was de psychologische basiseenheid een actie is als het denken over een atoom, of geloven dat een bepaald atoom bestaat. Dus alle mentale fenomenen hebben een component dat aangeeft waar ze "over gaan" een manier waarop het object in het bewustzijn wordt betrokken of geimpliceerd. Dit noemde Brentano intentionaliteit. Ook was Brentano van mening dat elke psychologische theorie dynamisch moet zijn, of in staat om rekening te houden met de invloed van de motivationele factoren op het denken. Ook maakt hij een onderscheid tussen de objectieve realiteit van fysieke objecten en de subjectieve realiteit van het prive denken. Brentano bleef de inspiratie van Freud, totdat hij Brucke leerde kennen.
Vrije associatiemethode
Freud bedacht de druktetechniek, waarbij patiënten op een bank moesten gaan liggen en hun ogen gesloten moesten houden, net als hypnose. Vervolgens moest de patient in gedachten teruggaan naar het moment at hij voor het eerst de symptomen ervaren had. Wanneer de patient de herinneringen niet meer voor de geest kon halen, dan drukte Freud met zijn hand op hun voorhoofd. Vaak kwamen de herinneringen dan weer terug. Dit proces herhaalde zich dan een aantal keer. en vaak zorgde het bij de patiënten voor verlichting. Langzamerhand kwam Freud erachter dat hij geen fysieke druk hoefde uit te oefenen om hun geheugen te stimuleren. Het enige dat hij moest doen was zijn patiënten aanmoedigen om hun gedachten te laten gaan en om ze op het hart te drukken om eerlijk te zeggen wat er bij hun opkwam, ook al leek het irrelevant. Door op alles door te vragen, konden er associaties gevormd worden. Deze methode van vrije associatie werd al snel de nieuwe standaard behandeling van Freud. Door zijn aandacht meer op de associaties van de patient en de relatie tussen hem en zijn patient te richten, deed hij een aantal belangrijke ontdekkingen.
Overdetermination
De pathogenese ideeen die opgeroepen werden hebben geen 1 op 1 relatie met bepaalde symptomen. Er was eerder sprake van een reeks pathogenese ideeën achter een individueel symptoom. Dit noemde Freud 'overdetermination". Een patient met trillingen associeerde bijvoorbeeld verschillende emotiegeladen herinneringen met haar symptomen.
Intrapsychisch conflict
Onbewuste pathogenese ideeën zijn niet vergeten, maar eerder bewust onderdrukt. Als bewijs voor deze hypothese kwam Freud met de observatie dat patiënten eerst weerstand boden tegen het vrije associatieproces. De onbewuste weerstand suggereerde dat patiënten complexe attitudes t.o.v. hun ziekte hadden. Aan de ene kant leden ze onder de symptomen en wilden ze er vanaf, maar aan de andere kant was er ook nog de onbewuste weerstand die in de weg stond. Freud merkte dus een intrapsychische conflict in de patiënten op.
De seductietheorie en de rol van seksueel misbruik
Een andere hypothese die Freud ontwikkelde, had te maken met de vele ervaringen die zijn patienten deelden die gingen over seksueel misbruik in de kindertijd. De hypothese was dat onderdrukte seksuele ervaringen nodig waren voor hysterie om te kunnen ontwikkelen. doordat ervaringen van seksueel misbruik de pathogenese ideeën vormen. In de seductietheorie van hysterie stelde Freud dat alle patiënten met zenuwaanvallen seksueel misbruikt waren als kind. Als kind hadden ze het alleen niet direct als seksueel ervaren, maar zodra de seksuele drive in de puberteit opkwam, werden de herinneringen aan de ervaringen alsnog geseksualiseerd. De herinneringen werden emotioneel geladen, waardoor de patient vatbaar werd voor het onderdrukken van deze herinneringen. pathogene ideeën werden dus door hysterische conversiesymptomen vervangen. Symptomen functioneerden dus als verdediging tegen de psychologisch gevaarlijke pathogene ideeën. Echter deze theorie werd zo slecht ontvangen dat Freud zelfs aan zijn eigen ervaringen begon te twijfelen. Als de vrije associatie geen echte herinneringen zijn, wat waren het dan? Uiteindelijk, nadat hij onderzoek had gedaan naar de betekenis en aard van dromen, corrigeerde hij zijn theorie.
Freud's interpretatie van dromen
Met behulp van vrije associatie begon Freud dromen te analyseren. Hij maakte hierbij onderscheid tussen manifest inhoud en latentie inhoud van dromen. Hij stelde dat dromen voortkwamen uit een reeks latente gedachten of ideeën, die tijdens het slapen m.b.v. drie processen in manifeste inhoud omgezet worden.
- De manifeste inhoud symboliseert de latente inhoud, Het proces van vervanging vindt plaats doordat psychische energie met een zwaar geladen latente inhoud, vervangen wordt door een gerelateerde, maar emotioneel neutraler idee uit de manifeste inhoud. Vervanging (displacement) heeft een beschermende functie.
- Verschillende latente gedachten worden gesymboliseerd door 1 afbeelding of element uit de manifeste inhoud. Dit proces noemt hij versteviging (condensation). Dit is wanneer twee of meer latente gedachten worden samengevoegd in een manifeste afbeelding.
- De manifeste inhoud geeft latente ideeen weer d.m.v. concreet ervaren sensaties of hallucinaties. Dromen worden niet subjectief ervaren als gedachten, maar eerder in de vorm van sensaties. De latente droomgedachten ontvangen concrete representaties in de subjectieve sensaties v.d. manifeste content.
De primaire en secundaire processen
Freud was van mening dat de hierboven genoemde drie processen het tegenovergestelde waren van de mentale activiteit die normaal gesproken geassocieerd wordt met logisch en wetenschappelijk denken. Daar is namelijk sprake van een denkvorm waarbij we termen gebruiken die expliciet naar concepten verwijzen, i.p.v. indirect. Ook gebruiken we concepten die beperkt toepasbaar zijn, i.p.v. breed toepasbaar. In logisch en wetenschappelijk denken zijn de processen dus ook bewust beschikbaar en tot op bepaalde hoogte vrijwillig controleerbaar. Bij het dromen of creëren van symptomen zijn alle processen onbewust, net zoals dat symptomen of dromen onvrijwillig verschijnen. freud kwam met 2 vormen van mentale activiteit. Ten 1ste de onbewuste mode, oftewel het primaire proces. Dit proces wordt geassocieerd met dromen en het vormen van symptomen. Babies worden volgens Freud geboren met een capaciteit voor dromen, maar moeten wel zelf leren hoe ze rationeel moeten denken. Ten 2e de bewuste mode, oftewel het secundaire proces. Dit proces is verantwoordelijk voor rationeel denken.
Wanneer het primaire denkproces overneemt
Freud zag het dromen en de hysterische symptomen bij volwassenen als een geval waarbij het secundaire denkproces losgelaten werd, en het primaire proces voordrong. Er heeft dus een regressie (terugval) naar eerdere en meer primitieve denkwijzen plaatsgevonden. Later kwam Freud erachter dat het primaire denkproces niet alleen maar beperkt was tot abnormale staten, zoals dromen en hysterie, maar ook een positieve rol kon spelen in het creatief en artistiek denken.
Seksualiteit in 1900
Rond 1900 werd de kindertijd gezien als een onschuldig fase die wordt verstoord door de fysiologische ontwikkelingen v.d. puberteit. Seksueel instinct zou pas in de puberteit naar voren komen. Nadat het instinct zicht heeft gestabiliseerd zou het individu zich moeten voortplanten d.m.v. genitale heteroseksuele gemeenschap. Freuds ideeën hierover waren dus schokkend in die tijd.
Freud's fasen van seksualiteit
Freud stelde een gegeneraliseerde vorm v.d. menselijke seksuele drive voor, die vanaf de geboorte al aanwezig is. Het doel is fysiek en sensueel plezier. Volgens zijn nieuwe theorie wordt een baby geboren in een polymorphous perversity, in staat om seksueel plezier uit stimulatie van allerlei lichaamsdelen te halen. Tijdens de ontwikkeling worden een aantal lichaamsdelen erogene zones, gebieden waar de baby seksueel plezier kan ervaren. Er wordt een aantal fases onderscheiden. De eerste fase begint met de mond, ofwel de orale zone. Zodra het kindop het toiler getraind wordt, vindt het kind plezier in de vrijwillig controle v.d. lichaamsfuncties. Dit wordt de anale zone genoemd. Later als het kind volledig controle over zijn lichaam ontwikkeld heeft, kan de stimulatie van de genitale zone een bron van seksueel plezier worden. Sociale factoren binnen de familie interacteren met deze ontwikkelingen.
De rol van fixatie
Freud ontdekte al snel afwijkende karaktertypen als gevolg van fixaties ind e verschillende fases. Individuen met het orale karaktertypen blijven voor de rest van hun leven geïnteresseerd in orale activiteiten, zoals eten, drinken, roken en praten. Als het kind teveel verwend werd kan het als volwassene erg optimistisch zijn. Als het kind niet verwend werd dan kan het later pessimistisch zijn. Het fallische of genitale karaktertype wordt gekenmerkt door eigenschappen zoals nieuwsgierigheid, exhibitionisme en erg competitief zijn.
Psychoanalytische psychotherapie
Het enige dat Freud als therapeut moest doen was het aannmoedigen van vrije associatie totdat de onderdrukte pathogenese ideeën binnen het bewustzijn kwamen en de symptomen verdwenen. maar Freud merkte dat de patiënten onbewust weerstand boden. Hij stelde dat de therapie gecompliceerd kon zijn door transference-gevoelens. Patiënten waren geneigd om attributies uit het verleden naar Freud te transformeren. De therapie vereiste dat er evenveel aandacht werd besteed aan de transferentie-relatie als aan de symptomen. Freud vond individuele symptomen minder belangrijk. Hij zag ze als relatief oppervlakkige manifestaties van een onderliggend emotioneel conflict. Elke conflict kon zich op verschillende manieren uitdrukken, mede d.m.v dromen, transference-gevoelens of specifieke symptomen. Symptomen zijn dus geen onafhankelijke entiteiten. Het verdwijnen van een symptoom betekent op zichzelf weinig, omdat het conflict zich weer op een ander manier kan uitdrukken, totdat het onderliggende conflict ontdekt en geanalyseerd is. Uiteindelijk ontstond zo de psychoanalyse, een lang en lastig proces van zeefverkenning, dat voor verlichting van de symptomen zorgde door inzicht in het onbewuste mentale leven van een individu te creëren.
De case study Dora
Dora is een case study van Sigmund Freud, die de toestand en de behandeling van Ida Bauer beschrijft, een vrouw met de diagnose hysterie die het pseudoniem Dora toegewezen krijgt. Het is een van de bekendste werken van Freud, en wordt geprezen vanwege het wetenschappelijke empirisme van de methode van Freud, en vanwege de identificatie van o.a. het fenomeen dat bekend staat als overdracht.
Oedipuscomplex
De term Oedipuscomplex beschrijft de universele, onbewuste van een jongen of meisje om de vader of de moeder te bezitten voor het eigen seksuele plezier, en waarbij het meisje de moeder als een bedreiging zier voor haar relatie met de vader en de jongen de vader om dezelfde reden als bedreiging ziet.
The ego and the Id
In zijn boek "The ego and the Id" stelt Freud dat de geest zich bezig houdt met 3 eisen die met elkaar in conflict zijn. De drie eisen worden gepresenteerd door het Id, het ego en het superego. De taak v.d. geest is om deze conflicten zo goed mogelijk op te lossen. Ten 1ste zijn er de biologische behoeften, zoals verzorging, warmte en seksuele voldoening. Deze worden gepresenteerd door het Id. Deze interne, biologische eisen noemde Freud instincten. Ten 2e komen eisen uit de externe wereld. Om te overleven moeten en persoon leren om zijn omgeving te manipuleren om fysiek gevaren te vermijden en om zijn instincten te kunnen bevredigen. ten 3e heeft de geest te maken met morele eisen. Mensen handelen niet altijd naar al hun impulsen, omdat ze denken dat fout is. Ook al is er niets dat hen kan tegenhouden. Deze eisen worden gepresenteerd door het superego. Het ego is de middelaar v.d. geest. Alles wat een individu doet, is volgens Freud een compromis van conflicterende eisen, opgelost door het ego.
Verdedigingsmechanismen
Verdedigingsmechanismen zijn een vorm van compromissen v.d. geest, gevormd door het ego. Dit zijn de verdedigingsmechanismen:
- Displacement komt voor als iemand een impuls op een vervangend doel richt die enigszins op het originele doel lijkt, maar veiliger is.
- Projectie komt voor als iemand zich niet bewust is van de interne oorsprong van de onacceptabele impuls en de last verminderd door deze aan iemand anders toe te schrijven.
- Bij intellectualization wordt een aantal impuls en emotiegelden objecten direct benaderd, maar dan op een intellectuele manier zonder dan emoties erbij betrokken worden.
Andere verdedigingsmechanismen werken in op het geheugen. Voorbeelden zijn:
- Ontkenning komt voor als een persoon gelooft en zich gedraagt alsof een instinct gedreven handeling nooit heeft plaatsgevonden.
- Rationalisatie vindt plaats wanneer mensen volgens impuls A handelen maar hun gedrag verklaren op basis van een meer acceptabele impuls B.
- Identificatie, het oedipuscomplex verdwijnt en latentie begint, wanneer een kind zich identificeert met de ouder van hetzelfde geslacht en daarmee het verbod van die ouder op kinderseksualiteit internaliseert. Daarna komen de morele eisen voor terughoudendheid van binnen, i.p.v. uit de externe wereld. Het deel v.d. psyche dat de geinternaliseerde ouder weergeeft, is de superego.
Thanos en Eros
Mensen worden soms gedreven door een agressief doodinstinct, dat Freud Thanatos noemde. Het levensinstinct noemde hij Eros. Thanatos en Eros zijn constant aan het strijden om de macht. Het doodinstict kan zich uiten d.m.v. de superego; soms gebeurt dit door het produceren van zelfvernietigende gevoelens van schild en soms door de agressieve impulsen op de externe wereld te richten. Uit naam van morele waarden konden verschillende handelingen goedgekeurd en uitgevoerd worden door de superego.